Ze woont en werkt al 30 jaar ver buiten Ameland. En nu zelfs ver buiten Europa. Haar domicilie is Bonaire. Heimwee vertaalt zich soms in het verlangen naar 'n bord snert. Naar haar eigen zeggen blijft ze een makamba, een buitenstaander, toch werd deze Amelandse daar in 1996 vrouw van het jaar.
Als je de verhalen mag geloven kan je zo ver niet de wereld intrekken of je komt wel een Amelander tegen. Is het de invloed van zee dat mensen wereldburgers worden; turen over dat immense water en je afvragen hoe het aan de overkant is? Stroomt het zeemansbloed van de voorvaderen, hoe verdund ook, nog door de aderen waardoor de eigen grenzen te eng zijn; verre werelddelen trekken? Sommige van hun nazaten trekken een spoor door de wereld. En doen af en toe Ameland aan. Zoals Ria Dokter uit Hollum.
De vrouw van het jaar
"Amelander Ria vrouw van het jaar op Bonaire", schreef de Nieuwe Amelander mei jongstleden. In 1996 werd zij daar gekozen tot vrouw van het jaar. Deze eervolle verkiezing had zij te danken aan de actieve wijze waarop zij zich al 14 jaar inzet voor de gemeenschap van Bonaire en in het bijzonder voor de geestelijk en lichamelijk gehandicapte medemens. Ria groeide op in Hollum en trok als pas afgestudeerd kleuterjuf de wijde wereld in. Zij startte haar carrière in Duitsland, verhuisde na 9 jaar naar Curacao en maakte drie jaar later een overstapje naar Bonaire, waar zij directeur is van een tehuis voor geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen en volwassenen. Afgelopen september was zij op familiebezoek bij haar moeder mevrouw G. Kossen en haar broer Bram aan de Reddingsbootweg 4. Ondanks de kostbare en beperkte tijd, was deze bijzondere Amelandse bereid om voor de N.A. haar Bonairiaanse wederwaardigheden te vertellen.
Gedroomde toekomst
Ria's moeder had het kunnen weten. Als kind was ze al een wereldburger, wilde ze zeeman worden. Als middelbare scholiere in het hippietijdperk was ze maatschappij- en milieubewust en toonde dat o.a. door haar blonde haren te veranderden in een hennarood Afrokapsel. Ja daarvoor was Ameland te klein. "Opa was zeeman en dat leek mij een fantastisch beroep. Reizen rond de wereld. Helaas, het criterium om te worden toegelaten op de zeevaartschool schreef o.a. voor dat je niet bril dragend mocht zijn. Dat je van het mannelijke geslacht moest zijn werd niet eens vermeld, dat was waarschijnlijk een vanzelfsprekendheid. Ik droeg dus een bril...! Niet getreurd, m'n tweede keus was stewardess worden. De wereld ontdekken via een baan in het luchtruim was ook niet gek." Helaas, ook dat ging niet door. De toelatingseisen sloten brildraagsters uit. Een onverwoestbaar optimisme leidde naar het volgende toekomstplan.
"Het trok me ook altijd al om iets met kinderen te doen. Ik bedacht een combinatie van mijn oude ideaal - de wereld rondreizen - en werken met kinderen. In die tijd woonden en werkten zeer veel Nederlanders in overzeese gebieden. Met passagiersschepen reisden deze gezinnen voor verlof en vakanties naar Nederland. Dàar lag mijn baan, in kindercrèches op die schepen." Toen het zover was dat Ria haar opleiding had voltooid (de kleuterkweek in Leeuwarden), was het reizen met passagiersschepen uit de tijd. Ook die droom: kleuterleidster op de Great Pacific, was voorbij.
Duitsland
Moeder Kossen verhuurde vakantiehuisjes. Een geliefd plekje want ze had alleen maar vaste gasten. Zoals de familie Gro uit Duitsland. Meneer Gro was psychiater en directeur van een psychiatrische kliniek in Kleef. Deze kliniek had een afdeling zwakzinnigenzorg waarin een kinderafdeling. Na haar eindexamenjaar bood doctor Gro Ria een baan aan op zijn kinderafdeling. Een kans die ze met beide handen aangreep. Werken met kinderen en de wereld in. Van zwakzinnige kinderen wist ze weinig: "Of het pakt je direct of het is niks", zegt Ria. Het klikte en Ria bleef 9 jaar in Duitsland. "Ik volgde daar de interne opleiding psychiatrisch verpleegkundige en daarna nog een opleiding over gedragsmodificatie (veranderingen in gedrag). Iedere maand werd ik overgeplaatst naar een andere afdeling voor een zo breed mogelijke oriëntatie."
Commune
Geheel in de geest van die tijd woonde Ria in een commune. "Ik was zeer politiek bewust, de commune was een woongroep op politieke basis. We zaten in het Kalkarcomité en waren lid van de jeugdafdeling van de S.P.D. We maakten pamfletten en hadden politieke bijeenkomsten." Ria was in het openbaar niet politiek actief omdat daardoor haar baan in gevaar kwam: "Voor links georiënteerde mensen heerste er een beroepsverbod. Vooral als je werkzaam was in opvoedkundige zorg. Daar was een puntensysteem voor bedacht. Teveel punten betekende geen werk. Ondanks dat ik in de zwakzinnigenzorg zat en er dus geen enkel "gevaar" dreigde dat ik mijn pupillen zou kunnen beïnvloeden, moest ik zeer voorzichtig zijn. Ik hield me vooral bezig met het maken van pamfletten." Na negen jaar verliet ze Duitsland. De oorzaak van haar vertrek lag in een protestdemonstratie tegen kernenergie. "Aan de Oost-Duitse grens werd kernafval gedumpt. Het Kalkarcomité had een protestmars van de oostgrens naar de Kalkarcentrale georganiseerd. Het einddoel was onze commune. Boze soldaten met geweren kwamen kort voor het einde van de mars huiszoeking doen in de commune. Met hun geweerkolven deelden ze rake klappen uit. Ze dreven de bewoners naar buiten en zetten 't hele huis op de kop. Ik heb nog weken blauwe ribben gehad van de klappen." Ria besloot om snel uit Duitsland te vertrekken: "Ik ben zo geschrokken van die geweldadige overheidsactie als antwoord op een vreedzame mars tegen milieuvervuiling. Ik voelde mij er niet meer thuis."
De Antillen
Werken met zwakzinnige kinderen, waarin ze zich in Duitsland grondig had bekwaamd (ze was inmiddels opvoedkundig therapeute) wilde Ria blijven doen. Suriname werd haar doel: "Daar is het zo mooi. Ik wilde in de bush werken." Ze besloot tot een open sollicitatiebrief naar 'n instelling daar. Echter in Suriname leidde men liever eigen mensen op, maar ze gaven haar een adres op Curacao. In die tijd ontwikkelde zich daar de kinderzorg en men zocht geschoolde mensen om het personeel in de zwakzinnigenzorg te begeleiden. In de Dr. Caprileskliniek op Curacao werd Ria meteen aangenomen. Er zaten 35 kinderen en er was een afdeling voor volwassenen. Door haar deskundigheid kreeg ze meteen een staffunctie. "Het was een moeizame start. Ik kwam daar als vreemde uit het moderne westen. De medewerkers daar hadden het gevoel dat ik hen wel even kwam vertellen hoe het moest. Het was niet eenvoudig om dat te veranderen. De eigen mensen daar hadden veel capaciteit, alleen geen opleiding, die was er niet. Achteraf kan ik wel zeggen dat het een fout was mij onmiddellijk hoofd te maken. Gewoon van onder af aan beginnen was beter geweest." Na drie en een half jaar maakte Ria Evers- Dokter (inmiddels getrouwd met een Antilliaanse man) de overstap naar Bonaire.
Doordrammer
Evers-Dokter werd directeur van de Stichting Gehandicaptenzorg Bonaire. "De ontwikkeling van de zwakzinnigenzorg stond ook op Bonaire nog helemaal in de kinderschoenen. Er werd weinig gedaan voor gehandicapten. Het liefst stopte men ze maar een beetje weg." Onder Ria's bezielende leiding werd een dagverblijf gesticht. Zij schuwde de publiciteit niet. Om voor deze mensen leer- en ontwikkelingsmogelijkheden te scheppen was er geld nodig en huisvesting. Shell had op Bonaire een aantal elitaire woonwijken. Ze kreeg het voor elkaar om in een van deze woningen het dagverblijf, waarvan ze zelf het hoofd is, te huisvesten. "De gehandicapten wonen allemaal gewoon thuis en komen iedere dag naar het dagverblijf zowel de kinderen als de volwassen. We hebben een werkplaats gesticht waar van alles wordt gemaakt. De gemaakte spullen worden verkocht en 't geld wordt weer geïnvesteerd." Behalve een plezierige dagopvang voor de geestelijk gehandicapten heeft Evers-Dokter voor haar pupillen een sportclub opgericht compleet met toernooien en voorbereiding voor de Special Olympics. De Special Olympics zijn officiële Olympische spelen voor verstandelijk gehandicapten, opgericht door Eunice Kennedy (zuster van de vermoorde president). In haar gezin was een verstandelijk gehandicapt kind. Ria heeft in '95 met haar zwemteam deelgenomen aan de Special Olympics in Amerika.
Op Bonaire is het Olympisch zwemteam inmiddels uitgebreid met teams voor jeu de boules, atletiek en paardrijden.
Met onverdroten ijver timmert Evers-Dokter voortdurend aan de weg voor sponsoring: "Alles kost zoveel geld. Soms ben ik een vreselijke doordrammer. Met publiciteit probeer ik de mensen bewust te maken van het belang." Daarbij maakt ze gebruik van alle kranten en t.v. stations. Zowel de ontvangen giften van gulle gevers als sportresultaten en alles wat het dagverblijf aangaat komt in de krant of op de t.v. Dankzij haar inzet is er in de loop der jaren een samenwerkingsverband ontstaan met de andere benedenwindse eilanden. Trots vertelt ze dat haar dagverblijf zich al een paar keer in koninklijk bezoek uit Nederland heeft mogen verheugen.
Amigu di terra
Je zou denken, dit alles is genoeg voor éen mens. Maar rode Afrokrullen en flowerpower uit je jeugd, dat raak je niet kwijt. Milieubewust als ze in Duitsland al was, zet ze zich ook op Bonaire in voor het behoud van de natuur, zij is secretaris van de natuur- en milieubeschermingsorganisatie Amigu di Terra (Vrienden van de Aarde). "We praten met de bevolking over het beschermen van de koraalriffen, we voeren acties om de riffen en de grote schelpdieren die er leven te beschermen tegen uitplundering. Door export en toerisme worden ze bijna met uitsterven bedreigd. We hebben de stichting 'Houd Bonaire schoon' opgericht waarbij we samenwerken met de reinigingsdienst. Maar ook hebben we actie gevoerd toen er op een gegeven moment een raffinaderij dreigde te komen. Ze vinden ons soms grote zeuren, maar tot op heden is hij er niet."
Makamba
Evers-Dokters is een maand in Nederland geweest. De dag na dit interview vertrekt ze weer: "Ik vindt het heerlijk op Bonaire, het leven is er vrolijk, zelfs bij tegenslag. Heimwee heb ik nooit, maar soms heb ik zo'n zin aan snert. Dat eten we een keer per jaar. Maar ondanks dat ik er al 14 jaar vertoef, blijf ik een Nederlandse, een makamba (Antilliaans voor buitenstaander). Nederlanders zijn er in het verleden niet zo gezellig geweest," zegt de vrouw van het jaar 1996 tot slot.