Het bestuur van de gemeente Ameland bestaat uit een drieslag: de raad, het college van burgemeester en wethouders plus nog eens de burgemeester. De raad van Ameland bestaat uit elf leden en is het hoogste gezagsorgaan van de gemeente.
Twee leden uit de raad, Oene de Vries en Will Bakema, zijn door de raad gekozen tot wethouders en vormen samen met burgemeester Cazemier het college van B & W, ook wel het dagelijks bestuur van de gemeente genoemd. De coalitie van CDA en A'82 wordt gesteund door een derde partij, de VVD.
Na de laatste verkiezingen, in 1994, zetelen er vijf partijen in de Amelander raad: Ameland'82 (A'82), Christen Democratisch Appèl (CDA), Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Partij van de Arbeid (PvdA) en Algemeen Belang Ameland (ABA). Als opmaat voor de volgende raadsverkiezing in 1998, laat De Nieuwe Amelander u kennis maken met de zittende raadsleden: (A'82) W.F. Bakema, J.A. Verbiest, D.G. Brouwer; (CDA) O.de Vries, A.C.A. Mosterman-Gresnigt, N.J. Oud; (VVD) J.H. Nagtegaal; (PvdA) M.C. Bunicich, A.B.A. Overdiep; (ABA) P.J. IJnsen, C.A.G. Gerlach. Inmiddels hebben we kennis kunnen maken met Bunicich, De Vries, Nagtegaal, Brouwer, IJnsen, Verbiest, Mosterman-Gres¬nigt, Overdiep, Gerlach en Oud. Wethouder Bakema completeert de raad van elf. Het artikel over deze wethouder had in het vorige nummer van De Nieuwe Amelander geplaatst zullen worden ware het niet dat het verslag van de Begrotingsvergadering de plek in de krant van november opeiste. Vandaar dat u in dit Kerstnummer kunt lezen over:
Wilhelmus Fredericus Bakema Wethouder op Ameland
Wilhelmus, als kind heette hij Willie en nu is het Will, werd zo'n 52 jaar geleden geboren in onze hoofdstad. Hij is de oudste van vijf kinderen en hij heeft drie zussen en een broer. Vader Bakema was tandarts en al in de vroege jeugd van Will verhuisde het gezin van Amsterdam naar Utrecht en daarna naar Denekamp. In Twente heeft hij het grootste deel van zijn jeugd doorgebracht. Vader Bakema stierf zeer plotseling aan een hart¬stilstand. Will was 18 jaar toen hij zijn vader moest missen. "Het heeft ingrijpende gevolgen gehad voor de jaren van mijn jeugd", zegt hij over het plotselinge verscheiden van zijn vader. De familie was totaal van slag. De toekomstplannen gingen er anders uitzien dan ze onder het toeziend oog van vader waren uitgestippeld. Will had in 1963 in Oldenzaal zijn HBS diploma gehaald. Hij had zich daarna ingeschreven voor de studie economie aan de Rijks Universiteit van Groningen. Zelfs voor een kamer had hij al gezorgd. Na het overlijden van vader moest er veel geregeld worden en Will kreeg hierin een zware taak toebedeeld. De ontredderde moeder zag haar oudste zoon liever bij zijn grootouders in Nijmegen wonen dan alleen op kamers in Groningen. Zij advi¬seerde haar zoon een studie in Nijmegen te kiezen. Hij volgde haar advies op, betrok een kamer in het grootouderlijk huis en koos voor de studie sociologie. Die opleiding bleek duidelijk tweede keus te zijn. Na anderhalf jaar studeren hield Will het in Nijmegen en met de sociologie voor gezien.
Dienst
Will ging eerst maar eens in dienst. Bakema volgde de offi¬ciers¬opleiding en in 1966 zwaaide hij af. Hij kwam bij de cavale¬rie, het paardenvolk, terecht. Van kornet, aspirant officier bij de bereden wapens, werd hij luitenant. "Geen beroeps, hoor, maar reser¬ve." Na deze diensttijd reisde hij een jaar lang regelmatig naar Seedorf in Duitsland. Daar bleef hij zeven weken 'binnen' om daarna een week naar huis te kunnen. In See¬dorf heeft Will Bakema zijn studie economie, zijn eerste studiekeus, opgepakt. "Het interesseerde me derma¬te dat ik een paar maanden vervroegd ben afgezwaaid om econo¬mie te gaan studeren in Groningen aan de RUG." Hij studeerde twee en een half jaar erg hard en probeerde in de zomervakantie een extra centje bij te verdienen. In de zomer van '67 komen we hem als werkstudent tegen op Ameland. Hij en nog enkele kameraden hadden werk gevonden bij de groen¬te- en fruitverkoper Woldhuis. Will verkocht voornamelijk fruit vanuit het vrachtautootje van zijn baas. "Het was een sport om 's avonds leeg thuis te komen." In die tijd werkte ene Martijntje Wouters bij de golfbaan en zij en Will kwamen mekaar tegen. Ze vonden elkaar leuk en kregen verkering. Na die zomer keerde Bakema nog even naar Groningen terug voor zijn studie. Hij haalde zijn kandidaats. Ruim voor hij afge¬studeerd was kwam accountantskantoor Dijkstra met een baan voor hem op de proppen. Martijntje en hij waren inmiddels zover dat ze trouwplannen begonnen te smeden. Inkomsten uit een baan op een accountantskantoor waren zeer welkom. Will nam het werk aan en in 1968 trouwde hij op Ameland.
Ruilen
Het kantoor stond in Leeuwarden zodat Martijntje en Will in de Friese hoofdstad gingen wonen. Ze hadden er een leuk huis, een leuke baan en een leuke tijd. Van '68 tot '74 duurde deze periode, waarin ook de twee oudste kinderen werden geboren. Will wilde graag naar Ameland. "Ik wilde dolgraag naar Ame¬land. Ik heb echt alles op alles gezet. Martijntje vond Leeu¬warden ook wel leuk." Langzamerhand rijpte er een plan waarin Ameland een grote rol zou spelen. Will ging samen met zijn werkgever onderzoeken of hij zich op het eiland kon vestigen. Hij had door zijn werk bij Dijkstra veel klanten op Ameland. Kennissen en zakenrela¬ties zouden die klantenkring alleen maar kunnen uitbreiden. "Voor mij was het een uitdaging hier voor mezelf te beginnen." In 1973 werd de koe bij de horens gevat. Will Bakema nam Dijkstra's vestiging op Ameland over. Door een toeval was er direkt een huis beschikbaar. Will en Martijntje ruilden hun Leeuwarder huis met een me¬vrouw die een huis aan de Strandweg te Nes had. Zij wilde graag naar de stad en de boekhouder en z'n vrouw grepen deze kans. Er werd een kantoor in de tuin gebouwd en in 1974 begon Will Bakema zelf¬standig op Ameland. De plannen voor nieuwbouw konden niet uitblijven. Na jaren van boekhouden heeft het een en ander zich ontwikkeld. In 1992 vond de laatste verbouwing van het kantoor in het nieuwe huis plaats en in dat kantoor werkt Bakema nu samen met Wessel Brouwer. Ze hebben van het bedrijf een firma gemaakt. Op de eerste dag van het jaar 1997 fuseerde de firma van Wessel en Will met Adbeco Accountants uit Drachten. Bakema heeft nu een adviseursrol. "Ik ben een soort free-lancer. Ik geef nu advies aan klanten." De volle baan als boekhouder was niet meer te combineren met het wethouderschap.
Feest
Will Bakema komt even terug op zijn vader. "Het plotselinge overlijden van mijn vader heeft nogal wat betekend. Het heeft ingrijpende gevolgen gehad. Door die gebeurtenis ben ik via- via op Ameland terecht gekomen." Hij is nog steeds dol op het eiland, maar Amelander is hij niet. "Eilander, wat is dat eigenlijk? Het is fijn om hier te wonen en te werken. Als je hier niet geboren en niet opge¬groeid bent dan ben je geen Amelander." Bakema vindt het eiland een veilige omgeving om te zijn, fijn om te wonen. Het is wat hem betreft een prima omgeving om je kinderen groot te brengen. Op Ameland kregen Will en Martijntje nog drie kinderen. De oudste drie zijn bijna afgestudeerd of zitten nog middenin hun studie. De op een na jongste gaat naar de middelbare school en de allerjongste zit nog op de basisschool. "Week¬ends zijn ze allemaal thuis. In Huize Bakema is het dan feest." De Bakema¬kinderen die aan de vaste wal leren en studeren komen graag terug naar Ameland, zegt hun vader.
Rechten
Will is nu bijna acht jaar wethouder. Hij heeft er een deel van zijn baan voor opgegeven. Wethouder zijn is nu een belangrijk deel van zijn bezigheid. Daarnaast is hij een studie Rechten begonnen. Hij volgt een deeltijdstudie aan de RUG en hij zit nu in zijn tweede jaar. "Het gaat goed." Dit idee is in de loop van de jaren gegroeid. Via het wethouderswerk en zijn boekhoudersbaan kwam hij nogal eens juridische problemen tegen. Het wekte zijn interesse en hij schreef zich in bij de universiteit. "De studie wordt steeds leuker, gevarieerder", zegt hij enthousiast. Hij geniet van de colle¬ges en hij vindt het interessant om van alles te leren. "Juridische zaken kom je dagelijks tegen, b.v. bij een contract voor bungalowverhuur." Hij noemt deze studie een heel bewuste keus, maar hij is niet van plan een wetswinkeltje op Ameland te openen. "Om op mijn leeftijd nog eens een kantoor te ope¬nen, nee." Studeren en wethouder zijn kost tijd. Er moest dus wat wijken. Tot zijn grote spijt moest Will het Shantykoor, de cabaretgroep Die Lui en Vocalis afzeggen. Eerder al had hij zich afgemeld bij de sportclub. Bestuurslid, voetballer of scheidsrechter, het was slecht te combineren met zijn huidige bezigheden. De studie in Groningen betreft ook avondcolleges, zodat ook de avondactiviteiten op het eiland moesten wijken. "Jammer", zegt Bakema daarover "ik heb keuzes moeten maken." Hij sluit niet uit dat hij over niet al te veel jaren weer met zingen begint. "Het Shantykoor was toch wel heel erg leuk." Hoe verder je met je studie komt des te minder druk ligt er op het studieprogramma. "In dit tempo ben ik nog twee en een half tot drie jaar bezig." Dat straffe tempo voor een deeltijdstu¬dent haalt hij tot nu toe. "Ik kom er wel doorheen."
Politiek
"Heel raar", noemt Bakema het ontstaan van de politieke groep Ameland'82. De oorsprong van A'82 ligt niet in de politiek maar in de sport. Vooral wielrennen had de belangstelling van de A'82ers van het eerste uur. We hebben het dan over Will Bakema en wijlen Jan de Vries. Bakema deed zelf niet aan hardfietserij, maar hij wilde wel graag iets organiseren voor de eilanders. "Al organiserende kwamen we in huiselijke kring tot politiek." Dat was het begin van A'82. Begin jaren '80 onstonden de eerste serieuze ideeën tot oprichting van een politieke groepering. "Wat mij betreft dan, Jan de Vries liep al veel eerder met dat idee." In 1982 werd A'82 officieel opgericht. Het is een Politieke Vereniging. "We begonnen met een enthousiaste groep. De leden waren over het hele eiland verspreid. Ideeën gingen leven." In 1982 deed A'82 meteen mee met de verkiezingen. Toen kwamen ze net niet in de raad. Van '82 tot '86 bleef de groep actief. "We zorgden dat we vergaderingen bijwoonden en dat we vergade¬ringen belegden. We zorgden dat we steeds ergens bij aanwezig waren om als een soort schaduwpartij betrokken te blijven bij de gemeentepolitiek." In 1986 werd Will Bakema lijsttrekker en hij werd gekozen. A'82 werd de kleinste fractie in de raad.
Succes
"Onze organisatie was toen al zo dat de actieve groep gestaag groeide. Ik had nooit het gevoel dat ik er alleen voor stond." Het idee van grote vergaderingen en thema-avonden is in die tijd ontstaan. Will Bakema schuwt het politieke debat niet, zegt hij zelf. Praten noemt hij niet zijn sterkste punt en toch is hij één van de raadsleden die de mooiste volzinnen over de raadstafel kan laten rollen. Over de onderhandelingen na de verkiezingen van '86 was Bakema nogal teleurgesteld. "Ik steunde het zittende college, Wim de Boer en Tjeerd Kooiker, en daarna heb ik nooit meer iets mogen horen. Geen overleg, geen samenwerking." Die samenwerking had het college toen wel met de PvdA. Will Bakema dacht als nieuw¬komer erbij te kunnen horen door te kiezen voor het college in plaats van de CDA oppositie. De verkiezingsoverwinning van 1990 -van kleinste werd A'82 de grootste partij van Ameland- is te danken aan een niet afla¬tende volharding van de A'82 groep. "Het verdedigen van stand¬punten, onze organisatie, het uitkomen voor onze mening, die zaken hebben bijgedragen aan ons succes." Bakema zit al weer jaren met Jan Verbiest en Dirk Brouwer voor A'82 in de raad. Wethouder Bakema vindt dat de scherpte er in de raad wat af is. Er wordt meer naar elkaar geluisterd dan voorheen.
Beloven
Bakema ervaart veel aanvallen op zijn persoon. hij vindt die aanvallen ook terug in de interviews met collega raadsleden, helder verwoord of tussen de regels door. Hij begrijpt dat niet. "Het zal er mee te maken hebben hoe je je rol ziet. Politiek is heus niet altijd zo leuk. Ik heb de eigenschap iedereen te willen helpen, op elk gebied. Niet alleen poli¬tiek. Dat botst weleens met andere belangen. Ik heb een wat liberale inslag. Als ik vind dat iets kàn dan zal ik niet van alles bedenken om het tegen te houden." Bakema vraagt zich regelmatig af waarom er juist zoveel mensen naar hèm toekomen. "Van over het hele eiland. Blijkbaar hebben de mensen er vertrouwen in dat ik iets voor ze kan doen. Als iets niet lukt dan is dat een teleurstelling. Ik kan nooit iets beloven en dat doe ik ook niet." Bakema heeft ook weleens iemand geholpen met het schrijven van een brief. Kritiek was zijn deel. "Dat doe ik bijna niet meer. Nu stuur ik ze wel naar iemand anders toe die ook kan helpen, bijvoorbeeld een ambtenaar op het gemeentehuis." Bakema noemt het wethouderswerk een uitdaging waaraan hij met enthousiasme werkt. Voor de geldelijke beloning hoef je het niet te doen. Er zit veel meer werk aan dan waarvoor je wordt betaald. Als lid van het college heeft hij vaak het gevoel mensen te moeten teleurstellen. Dat valt hem zwaar. "Als wethouder moet je veel meer beslissingen nemen dan als raads¬lid. Het werk is veel zwaarder."
Persoonlijke kijk
Will Bakema was altijd al geïnteresseerd in politiek. "Het maakt een groot deel uit van het dagelijks leven. Dat beseffen veel mensen niet." De burgers zouden de raadsleden meer als hun vertegenwoordigers moeten zien, vindt hij. "Nu zien velen het meer als een ver van mijn bed show." Bakema noemt het als reden waarom hij zich niet zo thuis voelt bij een landelijke partij op het eiland. Hij ziet geen voordelen en volgens hem staat een lokale groepering dichter bij de mensen. "De gemeen-telijke politiek is zo anders dan de landelijke politiek." Hij heeft zo z'n twijfels wanneer anderen zeggen dat lid zijn van een landelijke partij zo belangrijk is. "Ik merk er in de dagelijkse besluitvorming nauwelijks iets van." Niet landelijk gebonden zijn kan juist een voordeel zijn, meent de A'82er. "Alles wat bedacht wordt in Den Haag moet je onafhankelijk tegengas geven." Hij denkt dan vooral aan Lange Duinen Noord en de plannen die er bestaan om dit gebied niet langer actief te beschermen. Bakema spreekt over "persoonlijke kijk op het politieke verhaal". Hij beschouwt het als zijn plicht te luisteren naar de mensen en een oplossing te vinden voor de problemen waarvoor ze zich gesteld zien. "Je bent hun vertegenwoordiger. Daarvoor ben je gekozen en daarvoor zit je in de raad." Bakema wil zich voortdurend van zijn klankbordfunctie kwijten en hij wil voortdurend openstaan voor vragen. Ook wil hij de afstand tussen burgers en de ambtenaren op het gemeentehuis kleiner maken. "Spreekuur van de wethouders en de wekelijkse info zijn er mede door onze inzet gekomen."
Doordonderen
De ambtenaren kunnen op wat kritiek van de wethouder rekenen. "Behandeling van aanvragen zouden veel sneller afgehandeld moeten worden. Dat moet kunnen. Eenvoudige verzoeken duren soms heel lang." Bakema is er van overtuigd dat afwikkelingen sneller kunnen. "Als straks het gemeentehuis klaar is dan eis ik ook dat het servicepakket wordt uitgebreid." Bakema wordt vaak door burgers gebeld en Bakema wil graag helpen. "Doordon-deren en dan dreun ik tegen het ambtelijk apparaat aan." De klacht dat de zaken te lang op het gemeente¬huis blijven liggen hoort hij "verschrikkelijk veel". Geroepen om voor de gemeenschap iets te betekenen, dàt voelt Bakema zich. Hij vindt dat men het wethouderschap niet moeten onderschatten. "Er komt heel veel op je af en het wethouderschap heeft ook minder leuke kanten." Woningtoewijzing, Bakema vindt het een crime. "Daar zou ik graag van af willen". Je schijnt het bij de woningtoewijzing nooit goed te kunnen doen. Naast die vervelende kant van bestuurder zijn, staat dat het wethouderschap een boeiend vak is. Vol vuur stelt Bakema dat hij opnieuw beschikbaar is voor deze functie. Behalve een heleboel politieke verlangens, die we nu hier niet gaan opsommen en die we ongetwijfeld in het A'82 verkiezings¬programma zullen vinden, heeft wethouder Will Bakema een wens en een vraag. Hij houdt van de gezellige avondjes aan de toog van Het Witte Paard. Collegaraadsleden plegen elkaar daar nogal eens tegen te komen. Menig boom wordt daar opgezet. Bakema zou graag een 'Politiek Café' zien op Ameland, een plek waar burgers en bestuurders in een ongedwongen sfeer kunnen praten over politiek. Als laatste moet hij nog kwijt ("ik heb iemand beloofd dat ik het zou noemen") dat hij vindt dat zijn partij onevenredig vaak negatief door de pers wordt neergezet. "Waarom?". Ligt dat aan de pers of aan de partij? Een uitmuntend thema voor de eerste avond in Bakema's Politiek Café.