De afgelopen winter was bijzonder zacht, de temperatuur deed meer denken aan het naderend voorjaar, dan aan het rijden van een elfstedentocht. Voor de fanatieke rijders/sters is er dan een goed alternatief; de elfstedentocht in Oostenrijk, over de bevroren Weissensee. Als enige Amelandse vrouw reed Henriëtte Post deze barre tocht van 200 km. mee... en uit.
Nieuwsgierig zoals een goed journalist betaamt, gingen we voor de Nieuwe Amelander op zoek naar deze sportieve jonge vrouw. Sedert medio 1996 is Henriëtte woonachtig in Ballum, een geboren en getogen Friezin, dus kreeg ze het schaatsen met de paplepel ingegoten. Gedeeltelijk waar, als kind schaatste zij niet onverdienstelijk. Een Olympisch kampioene zat er echter niet in.
Wie weet als de elfstedentocht ooit nog eens een Olympisch nummer wordt... Henriëtte werd 24 jaar geleden geboren in Leeuwarden, groeide op in Burgum, ging daar op de Basisschool, om daarna het diploma H.A.V.O. te halen. Elk vrij uur bracht zij door in de plaatselijke manége, zoals veel meisjes van haar leeftijd was ook zij gek van paarden. Na enige maanden colleges aan de P.A.B.O. te hebben gevolgd, besloot ze van haar hobby haar beroep te maken en ging studeren aan het Nederlands-Hippisch Centrum in de Noord-Brabantse plaats Deurne.
Een zware studie, die zij bekroond zag met een diploma, zij is officieel “instructeur paard en ruiter” en mag dus les geven. De vader van Henriëtte was inmiddels gestopt met werken (gepensioneerd) als vliegenier. Heel veel in het buitenland betekende weinig thuis. De familie Post ging verhuizen naar Ameland, voor Henriëtte een goede keus, want Ameland is bij uitstek een paardeneiland. Regelmatig zie je haar dan ook langs het Noordzeestrand rijden op het prachtige paard van dokter Jacobs. Een eigen paard heeft zij niet meer. Daar heeft ze geen tijd voor i.v.m. haar studie in Leeuwarden. Zij volgt daar een H.B.O. opleiding Milieu- management aan het Van Hall instituut. We keren terug naar de kern van het schaatsverhaal.
Tijdens een uiterst gezellig samenzijn in een van Amelands leukste café's te Ballum, werd over de Alternatieve Elfstedentocht gesproken. Hier in Nederland zou het dit jaar toch niets worden, daarover was men het met elkaar eens. Dan maar naar Oostenrijk. Echt "kerelswerk" voor mannen met haar op de borst. “Flauwe kul” vond Henriëtte, “dat kunnen vrouwen ook met gemak”. Dat wilden de "kerels" nog wel eens zien, en Henriëtte zat er aan vast, geen eervolle terugtocht mogelijk, dus rijden die barre tocht. Trainen en afzien was de eerst komende maanden het parool. Skeelers en een snel schaatspak aangeschaft en er tegen aan.
Rondjes rijden in de polder, te beginnen met 3 km. Daarna opvoeren tot 9 km. Eindelijk was de grote dag van het vertrek aangebroken, 26 januari met de auto naar Techendorf in Oostenrijk, ongeveer 1300 km., dus ruim 13 uur rijden. Na een verkwikkende nachtrust, schaatsen onderbinden en trainen en nog eens trainen, rondjes van zo'n 40 à 50 km. De avond voor de grote tocht werd een groot bord spaghetti voor de broodnodige koolhydraten naar binnen gewerkt en toen slapen. Maar door de spanning kwam er niet veel van een goede nachtrust terecht, een euvel waar haast iedereen aan lijdt. ‘s Morgens om half zeven uit bed, nog een vol bord bami (koolhydraten) en naar de startplaats. De start was om 8.00 u.
Het schema waar Henriëtte mee van start ging was, dat zij binnen de tien uur "binnen" zou zijn. Het eerste rondje over de "Kleine" Weissensee ging erg soepel, maar er kwamen er nog 11 van 16,7 km, voorwaar geen kleinigheid. Het weer werkte mee, het was zonnig en vroor licht. Maar het ijs was abominabel slecht, allemaal scheuren. De "Grote IJsmeester” had niet erg zijn best gedaan, de collega's in Heerenveen doen het beter. In het begin waren er veel valpartijen, bloed op het ijs. “Ik schrok er van”, bekende Henriëtte. “Zelf ben ik maar een keer gevallen, in het begin”. Na enige ronden werd het schema bijgesteld, er zat meer in voelde onze Amelandse.
Problemen had ze niet, het was gewoon afzien en pijn lijden. Halverwege de tocht kreeg ze aansluiting bij een paar jongens en samen gingen ze door, elkaar oppeppend, moed insprekend. Na 8.uur en 56 minuten ging ze over de finish, een uur vóór op het eerste schema, een prestatie om over naar huis te schrijven. "Chapeau" zeggen de Fransen en ik sluit mij daar volledig bij aan. Na de bloemen en omhelzingen, proberen de schaatsen los te maken, dat lukt je haast niet, de handen zijn helemaal verstijfd en gevoelloos. “De eerste stapjes daarna zonder schaatsen aan je voeten voelen heel vreemd aan je loopt als het ware op eieren”.
Alles doet je pijn, je hebt nooit geweten dat je zoveel spieren hebt die pijn kunnen doen In het hotel eerst een heerlijke warme douche om de stijve pijnlijke spieren weer soepel te maken. Daarna slapen althans dat was de bedoeling, maar dat lukt voor geen kant je bent nog steeds aan het schaatsen. Dan maar naar de bar "de IJshut", waar het hele gezelschap, heerlijk de overwinning op zich zelf zat te vieren.
Met bekende mensen als Erik Hulzebosch, Yep Kramer, Peter de Vries (de winnaar van de alternatieve elfstedentocht), Klazien Seinstra, Gretha Smit en nog vele anderen, heerlijk doorgezakt tot in de hele kleine uurtjes. Evengoed de volgende dag weer op de schaats, nu naar de "Grote Weissensee" waar het ijs veel en veel mooier was. Helder als glas. Je kon de vissen onder je zien zwemmen aldus een enthousiaste Henriëtte. En ‘s avonds weer heerlijk feesten.
Zondag 1 februari weer terug naar Ameland, de boot van 17.30 uur net gehaald, eindelijk weer thuis, waar Pa en Ma Post hun dochter hartelijk en apetrots verwelkomden met bloemen. Haar ouders hebben de hele onderneming "gesponsord" wat een hele goede investering is gebleken. Henriëtte wil volgend jaar beslist weer meedoen, ze gaat er stug voor trainen, fietsen en skeeleren.
Er zijn ook vage plannen om een skeelertocht op Ameland te organiseren, u hoort of ziet het wel t.z.t. Zij is naarstig op zoek naar een of meerdere sponsors, liefst iemand die verstand van de sport heeft.
Wij Amelanders zijn terecht trots op haar, proficiat.