Het was maar een klein berichtje in de krant en misschien hebben velen van u het niet gelezen. Maar het viel mij direct op. ‘Verzekeraar RVS houdt ermee op’, stond er boven. De tekst van het artikel bevatte het volgende berichtje: ‘ING brengt al zijn verzekeringsactiviteiten onder bij Nationale Nederlanden. Dit betekent onder meer dat het merk van RVS (van het mannetje met de paraplu) verdwijnt.’ Einde bericht. Korter kon het bijna niet en dat terwijl het logo meer dan honderd jaar bestaat!
Wie kent ze niet: het echtpaar met hondje onder de paraplu. Het logo werd in 1905 ontworpen door kunstenaar Tjeerd Bottema. In 1838 werd door Theo Wijlacker in Rotterdam het begrafenisfonds ‘Tot aller welzijn’ opgericht. In die tijd betekende in ons land een fatsoenlijke begrafenis een waarborg voor de laatste waardigheid.
In 1898 werd de naam van het bedrijf veranderd in RVS, dat staat voor Rotterdamse Verzekering Sociëteiten. Het was toen al mogelijk geworden om, behalve een verzekering voor je begrafenis, ook ziektekosten- en levensverzekeringen af te sluiten.
Je komt ze nog steeds tegen. De polissen voor de uitvaart. Eerst met centen en later met dubbeltjes en kwartjes werd gespaard voor de kosten van een begrafenis. Je dacht er niet bij na dat je met een verzekering van een paar honderd gulden je begrafenis jaren later niet zou kunnen betalen. Soms bij de geboorte van een kind, maar ook dikwijls bij het volwassen worden, werden deze polissen afgesloten. Niet alleen de RVS had een logo maar ook bijvoorbeeld de NV Levensverzekering Maatschappij Utrecht. Wie kent niet het logo van het boom plantende mannetje. Natuurlijk werden de logo’s gemoderniseerd. Je moest tenslotte met de tijd mee.
Ik heb er thuis een aantal bewaard. Er is een exemplaar van de NV De Centrale Arbeiders-, verzekerings- en depositobank uit Den Haag. Het betreft een uitkering bij overlijden van ‘eenhonderd gulden’. De polis dateert uit 1933 en de premie was zes cent per week! Er is ook een polis van ‘De Utrechtse’ zoals deze maatschappij werd genoemd. Ingegaan in 1953 voor een bedrag van tweehonderd gulden en een premie van 21 cent per week. Uit 1947 dateert een polis van de NV Verzekeringsbank ‘Victoria’ afgesloten in 1947 voor een bedrag van eenhonderd gulden en acht cent per week. Een kraaiende haan voor een opkomende zon is het logo van deze verzekeringsbank. ‘Victoria’ fuseerde met ‘Vesta’ tot ‘Victoria Vesta’ dat in 1993 werd ingelijfd door de RVS.
‘De Utrechtse’ werd opgericht in 1883 en zou later worden overgenomen door AMEV.
Gerardus Kienstra haalde vroeger wekelijks het geld op dat betaald moest worden gedurende twintig of dertig jaar. Daarna was de polis premievrij. ‘Is de vrouw erin?’, riep Kienstra bij de deur om duidelijk te maken dat hij zijn wekelijkse en later maandelijkse rondje maakte. Niet iedereen paste het om maandelijks te betalen en zo heeft Kienstra jarenlang zijn wekelijks rondje met vele kopjes koffie gemaakt. Zijn grootvader was in 1883 vanuit Dokkum naar Ameland gekomen en gestart met het aanbieden van verzekeringen voor je begrafenis. Die eerste polissen waren van ‘De Utrechtse’.
‘Ja’, zegt buurvrouw, ‘alle zekerheden worden je ontnomen. Niets lijkt meer zeker in dit land! Ik vond het als kind altijd zo’n mooi plaatje. Die man en die vrouw met dat hondje onder een paraplu. Het gaf gewoon een veilig gevoel. Er kon bijna niets misgaan in het leven en als het mis ging dan was daar de RVS.’
‘We hadden niet eens een paraplu’, reageer ik, ‘en daarom was het ook zo’n mooi plaatje. Zo’n paraplu was een beeld van geborgenheid en zekerheid. Dat gaf vertrouwen voor de toekomst.’
Dan blijkt dat bij geen van ons vieren vroeger een paraplu in huis was. Er was gewoon geen paraplu. We moesten door de regen zonder paraplu. We regenden gewoon nat en misschien maakte juist daardoor dat logo zo’n geweldige indruk op ons. Het waren deftige mensen op dat logo, dat kon je zien aan hun kleding. Wat ouderwets gekleed misschien, maar zeker deftig en dan een paraplu en wandelen met een hondje.
Met de RVS zal ook, na meer dan honderd jaar, het logo verdwijnen. ‘Dat we dat nog moeten meemaken’, zucht buurvrouw, ‘niets blijft meer hetzelfde. Je mag zelfs niet meer dromen van een veilige toekomst onder een paraplu.’ ‘En we zongen ook nog wel over moeders paraplu’, zegt Watze, ‘dat daaronder eens twee kindjes liepen. Je weet wel: Hanneke en Janneke, ze waren dikke vrindjes. De klompjes gingen van klik, klak, klik en de regen ging van tik, tak, tik op moeders paraplu. Och, heden ja, als kind wilde ik altijd al zo graag eens met die meisjes meelopen. Gewoon voor het gevoel. In de regen lopen zonder nat te worden’.
‘Maar je was Hanneke niet en Janneke ook niet’, zegt buurvrouw, ‘je was gewoon Watze op klompen zonder paraplu’. ‘Ja’, verzucht Watze, ‘het water stond me in de ‘hulsten’ en met natte sokken zat je op school. Nu hebben we paraplu’s zat, weet jij feitelijk waarom we er vroeger geen hadden?’ Watze kijkt me vragend aan. ‘Gewoon te duur Watze’, zeg ik. Het is begonnen met de parasol. Zo bleven mensen in de zon blank en kon je laten zien dat je niet hoefde te werken. Denk ook maar aan de echte gentleman in Engeland. Herkenbaar aan bolhoed en paraplu. Het was lange tijd een luxeproduct. Pas in de jaren zestig van de vorige eeuw werden ze goedkoper. Vandaar dat we als kind dat logo van de RVS zo mooi vonden. Een paraplu was toen nog onbereikbaar voor onze ouders. Maar een feit is dat het mannetje en vrouwtje met dat hondje onder die paraplu ons een veilig gevoel gaven. Zo van: Het komt heus wel goed! En ook die zekerheid gaat nu verdwijnen.
Jan J. de Vries