De Leeuwarder Courant van maandag 3 augustus 2009 vermeldt op de regiopagina’s o.a. de volgende onderwerpen: ‘Leeuwarders vluchten na dodelijk ongeluk’, ‘Man met vijftig bolletjes harddrugs’, ‘Goutumer raast langs eigen dorp’, ‘Zatte zeiler op herhaling’, ‘Dieven nemen 24 kaatsballen mee’, ‘Vlielander agenten belaagd’, ‘Jongen (16) hindert ambulancepersoneel’, ‘Vrouw bewusteloos geslagen met barkruk’, ‘Vierentwintig aanhoudingen Sneekweek’.
En dit is zeker nog lang niet alles van wat er in een weekend in onze provincie gebeurt. De politierapporten van deze zomerse vakantiedagen zullen ongetwijfeld een waslijst vermelden van vernielingen en geweld.
In Sneek zitten twee jongemannen van 22 en 21 jaar vast, verdacht van poging tot doodslag. Het slachtoffer ligt in het ziekenhuis. De 24 aanhoudingen hadden te maken met mishandeling, bedreiging en vernielingen, anderen waren in het bezit van drugs of dronken alcohol op straat. Toch, vermeldt het krantenartikel, is de politie tevreden over het verloop van de eerste dagen van de Sneekweek. Het was ‘vooral gezellig’ zeggen ze. Veel ruzies konden voortijdig worden gesust door de politie, waterpolitie, gemeenteambtenaren, havenmeesters, portiers en beveiligingsbedrijven.
Een leger aan mensen is zo’n weekend ingezet om de orde te kunnen handhaven want wij kunnen dat niet meer zelf. Is dat echt het beeld van ons Fryslân anno 2009? Maar het was gezellig! We zijn ons weer massaal te buiten gegaan aan alcohol en drugs. Ja, ik weet het, vrouwen in burka’s en vervolgens nog slaan ook is toch zeker niet gezellig zult u zeggen. Maar is het dat bij ons dan nog wel? Wij maken ons niet meer zo druk als er iemand wordt doodgeslagen of getrapt tijdens een weekendje uitgaan. Je leest het bericht nog wel, maar het aantal stille tochten is al aanmerkelijk verminderd.
‘Och’, zegt Watze, ‘wij waren vroeger ook geen lieverdjes. Wat hebben wij een kattenkwaad uitgehaald. En er waren ook af en toe wel vechtpartijen tijdens de kermis of andere feestdagen. Maar ja, je kreeg ook alleen maar alcohol tijdens hoogtijdagen en voor de rest was het weer aan de slag’.
‘Dan was vroeger ook al drank de oorzaak van narigheid’, constateert buurvrouw bijna gretig. ‘Tegenwoordig is het al zover dat ze zich in een coma zuipen. Wat is er toch verkeerd gegaan in onze maatschappij?’
Ja, nog geen eeuw geleden raakten mensen van armoede en ellende aan de drank en nog geen honderd jaar later drinken we omdat we misschien wel teveel hebben van alles. ‘Te’ ergens voor is nooit goed, alleen bij ‘tevreden’, zeiden onze ouders altijd. Eerst was er dus teveel armoede maar is er dan nu teveel welvaart?
Natuurlijk is het ook vooral gezellig om met elkaar uit te gaan en plezier te hebben. Gelukkig wel. Maar het aantal excessen neemt nog steeds toe. En zeker ook op ons eiland is dat het geval, al valt het gelukkig hier nog mee zeggen we dan. In onze jeugd was dat inderdaad anders. Het aantal leeggedronken kratten bier is nu dikwijls de maat voor de gezelligheid. Zo’n veertig, vijftig jaar geleden was bier niet te koop in winkels en ook had je het geld er niet voor. Rood staan of lenen was in die tijd onmogelijk en dus komen we tot de conclusie dat ‘geld’ onze maatschappij heeft veranderd. En een recessie was in de jaren dertig van de vorige eeuw wel iets anders dan nu. Te weinig geld betekent dat je altijd ergens anders nog geld kunt krijgen en als dat niet meer lukt dan is er altijd nog wel een winkel in de buurt om te beroven.
‘Het zal onze tijd wel duren’, zegt Watze, ‘je kunt je er wel druk om maken maar dat helpt toch niks. Buurman een biertje?’ Voor ik kan antwoorden is het buurvrouw die reageert. ‘De hele avond praten over alcoholmisbruik en dan zelf aan het bier! Laten we maar gewoon een glaasje fris nemen dat is net zo gezellig’. Aan Watze zijn gezicht kun je zien dat hij het daar niet mee eens is. ‘Er is wel verschil tussen gebruik en misbruik’, moppert hij nog. Maar het helpt niet. Buurvrouw heeft al een pak dubbeldrank ‘light’ uit de keuken gehaald en aan haar houding kun je zien dat er vanavond van alcohol geen sprake zal zijn. ‘Nog met vakantie?’, vraag ik, om het gesprek alvast een andere wending te geven. Want problemen bespreken is één ding, maar problemen oplossen dat is een andere zaak!
Jan J. de Vries