Zwerfvuil in zee bestaat voor een substantieel deel uit kunststofafval. Kunststofafval in zee heet ook wel plastic soep. De overheid wil al het zwerfvuil in zee aanpakken. Dus ook het kunststof afval in zee. Een manier om een idee te krijgen van waar het afval in zee vandaan komt, is door strandonderzoek.
Van het strandafval in Nederland komt 44% van bronnen op zee (scheepvaart/visserij). 30% van het strandafval komt van het land (vooral strandtoerisme). Van 26% is de herkomst onbekend. Driekwart van het strandafval is kunststof.
Kunststofafval in zee is een risico voor de natuur. Als kunststofafval in de maag van zeevogels, vissen en andere zeedieren terechtkomt, kan deze verstopt raken. Daarnaast kunnen dieren dodelijk verstrikt raken in grotere stukken afval. Bijvoorbeeld in losgeslagen netten.
Afval uit zee komt ook op het strand terecht. En stranden schoonmaken is duur. Ook schrikt zwerfvuil op het strand toeristen af. Kunststof blijft lang in het zeemilieu aanwezig. Dat komt doordat de natuur kunststoffen heel moeilijk kan afbreken. Verder is duidelijk dat verontreinigende stoffen in het water zich relatief goed hechten aan kunststofafval.
Om de hoeveelheid zwerfvuil in zee te verminderen, is internationale samenwerking nodig. Nederland maakt zich dan ook sterk voor de aanpak van zeeafval in internationale organisaties. Denk hierbij aan de Europese Unie (EU), de regionale zeeconventie OSPAR, internationale riviercommissies en de International Maritime Organisation (IMO).
Nederland en andere EU-lidstaten stellen een maatregelenpakket op om de hoeveelheid zwerfvuil in zee te verminderen. De Rijksoverheid stelt dit maatregelenpakket in 2014 vast. De Europese Kaderrichlijn Mariene Strategie verplicht EU-lidstaten maatregelen te nemen voor bescherming, behoud en herstel van het zeemilieu. Onder meer door het terugdringen van zwerfvuil.